Ir. Lelystraat

Straat is in 1949 vernoemd naar Dr. Ir. Cornelis Lely.

Cornelis Lely (Amsterdam, 23 september 1854 – Den Haag, 22_januari 1929) was een Nederlandse ingenieur, waterbouwkundige, minister, gouverneur en politicus. Lely ontwierp in 1891 een plan voor de afsluiting van de Zuiderzee, waarop deze in 1932 door de Afsluitdijk definitief werd afgesloten en het IJsselmeer ontstond.

Lely werd in 1854 geboren als zevende zoon van Jan Lely en Adriana van Houten. Hij werd geboren aan de Leidsegracht in Amsterdam en bracht hier ook een groot deel van zijn jeugd door. Hij kwam uit een vrijzinnig protestants, doopsgezind gezin. In 1875 behaalde hij het diploma van civiel-ingenieur aan de TH te Delft. Hij trad in september 1886 in dienst van de Zuiderzeevereniging, een vereniging die zich de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee ten doel stelde. In 1891 voltooide hij zijn plan, dat hij vele jaren later, na de watersnood van 1916 als minister bij wet tot uitvoering deed brengen. Daarnaast werd op zijn initiatief de Bergsche Maas gegraven, en bevorderde hij de spoorwegen.

MINISTERSCHAP

Op 36-jarige leeftijd werd hij benoemd tot minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid in het Kabinet-Van Tienhoven (1891-1894). Lely was minister van Waterstaat in nog twee kabinetten: het Kabinet-Pierson (1897-1901) en hetkabinet Cort van der Linden (1913-1918). In 1913 werd de inpoldering van de Zuiderzee door zijn toedoen opgenomen in het regeringsprogramma. De Zuiderzeewerken zijn grotendeels uitgevoerd naar zijn plan. Hij woonde in die tijd op Alexanderstraat 13 in Den Haag.
Daartussen was hij van 1902 tot 1905 gouverneur van Suriname. In 1898 loodste hij de wet voor de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij door het parlement, en tijdens zijn gouverneurschap in Suriname bevorderde hij het aanvankelijk particuliere plan voor de aanleg van de Lawaspoorweg. Lely bekleedde ook andere openbare functies. Naast zijn ministerschappen was hij lid van de Tweede Kamer (tussen 1894 en 1922), lid van de Eerste Kamer (1910-1913), lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland (1909-1910) en lid van de gemeenteraad en wethouder van ‘s-Gravenhage (1908-1913).

VAN ZUIDERZEE NAAR IJSSELMEER

Hoewel er al honderden jaren voor Lely gesproken werd over de inpoldering van de Zuiderzee, was Cornelis Lely de eerste die een technisch uitvoerbaar plan presenteerde, dat antwoord gaf op problemen zoals de afwatering van de IJssel. De drooglegging van de Zuiderzee is lang gezien als een wild avontuur, en ook nadat Lely zijn plan presenteerde is er lang gediscussieerd over de voor- en nadelen, zoals de economische gevolgen voor vissersdorpen, de prijs van het project en de risico’s.

Lely is in staat geweest zijn plan te verwezenlijken doordat hij behalve ingenieur ook een capabel politicus was. Zelfs toen hij in 1913 de drooglegging in het regeringsprogramma kreeg was er nog grote maatschappelijke weerstand. Twee dingen hebben Lely geholpen: De Eerste Wereldoorlog veroorzaakte gebrek aan voedsel, waardoor de extra landbouwgrond die de Zuiderzeewerken op zouden leveren van groot belang werden. De belangrijkste omslag kwam met de watersnood van 1916. De gevolgen van de watersnood deden de publieke opinie pas beseffen hoe naïef het is om de gevaren van die zee te negeren. Twee jaar later, in 1918, loodste Lely de Zuiderzeewet door het parlement.

De visie van Lely was verkorting van de kustlijn. De verdediging tegen de zee is zo sterk als de zwakste schakel, zo redeneerde Lely, en met de vele honderden kilometers kustlijn aan de Zuiderzee is het erg moeilijk om een effectieve waterkering te onderhouden. De Afsluitdijk heeft dit allemaal vervangen door een enkele dijk. De visie van Lely is later in de 20e eeuw nogmaals toegepast in de Deltawerken, waarbij de kustlijn van Zeeland een groot stuk verkort is.

Zijn wetenschappelijke verdiensten werden erkend door zijn benoeming in 1895 tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afd. Natuurkunde, en in 1905, door het eredoctoraat van de Technische Hogeschool te Delft.

OVERLIJDEN

Lely overleed op 74-jarige leeftijd in 1929. Hij heeft de eerste drooglegging (Wieringermeer) en de sluiting van de Afsluitdijk niet meegemaakt.